De zomer vervliegt langzaam, zwoel, tot de aanzet van de herfst. Of dat een zonovergoten, met-rode-bladerdaken-gezegende herfst zal zijn, of een najaar geteisterd door regen en storm en gure wind, dat moet nog blijken. Maar op de overgang van de seizoenen wil ik het hebben over twee boeken die de seizoenen – zomer en herfst – fraai illustreren. Twee boeken die bomvol fabuleuze wezens staan. Die beiden door de kracht van crowdfunding tot stand zijn gekomen. Twee boeken die heel verschillend zijn in hun uitvoering, maar allebei prachtig. Twee Bijzondere Bestiaria.
Ik wil het hebben over Faeries of the Faultlines (Zomer) en De Wolffs Bestiarium (Herfst).
Een zomers feeënrijk
Er gebeuren mooie dingen in schrijvend Nederland. Projecten vol passie worden opgezet, soms op de traditionele wijze – via kleinere of grotere uitgeverijen – en soms door auteurs die het aandurven zelfstandig te publiceren. Tot die laatste categorie behoort Iris Compiet, die met haar Faeries of the Faultlines laat zien hoe succesvol het self-pubben kan zijn: ze kondigt aan dat er 75 extra exemplaren via de site beschikbaar zullen zijn op moment x, en al op x + luttele minuten blijkt de hele batch via de webshop opgekocht te zijn. Als dat geen succes is…
(Ja, toegegeven, Iris Compiet is een kunstenaar, een artiest. Niet primair een schrijver. Toch noem ik haar in deze blog zo, omdat Faeries of the Faultlines door haar bloemrijk proza samenhang krijgt. Deal with it.)
En haar succes is geheel terecht. Zoals zo vaak kwam ik te laat achter het bestaan van de kickstarter die dit project mogelijk maakte. Gelukkig was het doel bereikt en het project van de grond. Toen de eerste grote oplage klaar lag en naar de kickstart-backers gestuurd werd, heb ik mevrouw Compiet meteen lastiggevallen met een mail wanneer het boek regulier te koop zou zijn. Mijn geduld werd uiteindelijk beloond: twee weken geleden viel het boek op de mat, en kon ik een kreetje van geluk slaken. (De mat deed mee met die kreet, overigens. Ook hij was blij.)
Lararium?
Technisch gezien is Faeries of the Faultlines geen bestiarium, geen verzameling (fabel-)dieren, maar een… Alfarium? Lararium? Wat dan ook maar de juiste term is voor een boek dat de verschillende typen feeën omschrijft. In navolging van grootheden als Brian Froud en Alan Lee geeft Compiet haar bonte verzameling Greenmen, Fauns, Kelpies, Gnomes, Trolls, etc. kleur door haar dynamisch gebruik van kleur en penseelstreken, door haar bonte, bloemrijke proza en de vele details die ze over de feeën geeft: hoe Mandragora’s in slaap gesust kunnen worden en hoe Bookwyrms de inkt uit boeken opvreten om er hun pels mee van patronen te voorzien.
Een must voor de liefhebber van fraai geïllustreerde werken over Faery, het rijk dat parallel aan het onze ligt. Als ik één tekortkoming moet aanwijzen, is het dat Compiets bestiarium/lararium langer had mogen zijn, met meer verhalen over deze prachtig vormgegeven wezens. We want more.
Een herfst vol beestjes (in het hoofd)
Een ander boek dat ik recentelijk mocht ontvangen – na een lange periode gespannen de adem inhouden – is De Wolffs Bestiarium, een samenwerking tussen schrijver/dichter Martijn Adelmund en illustrator Maarten de Wolff. (Ja, de naam van de illustrator zit in de titel. Daar begint de meta-laag die door het hele boek verweven zit).
Bij het ontstaan van dit boek ben ik vanaf de crowdfund betrokken: op de Dag van het Fantastisch Boek 2018 was ik bij de voorstelling die in het kader van het project werd gegeven. Daar werd ik gegrepen door de speelsheid van Adelmunds gedichten en het naar kriegelige van De Wolffs illustraties. Ik wilde weten hoe dit tot een boek zou worden gesmeed, en tekende op voordekunst in met een bescheiden donatie.
Bijna anderhalf jaar later was het boek eindelijk in mijn handen. Het project had om verschillende redenen vertraging opgelopen, maar het resultaat mocht er wezen: een vierhonderd pagina’s lang feest aan proza, voetnoten, gedichten, tekeningen, en beesten. Heel veel beesten.
Spelen met sympathie
De Wolffs Bestiarium verhaalt de zoektocht van een eenzame bibliotheekmedewerker, Anton Quist, die de tekeningen van zijn jeugdvriend Maarten de Wolff voorziet van teksten en zodoende een bestiarium opstelt. Gedurende het proces komt hij achter het bestaan van een duister genootschap dat het op een specifiek boek gemunt heeft, en wordt hij geconfronteerd met de keuzes die hij maakt in zijn leven.
Nog nooit heeft een boek zo vaardig met mijn sympathie gespeeld. Adelmund weet mij eerst de kant van Anton te laten kiezen, de eenzame, onbegrepen held (op sokken, met overgewicht) tegen de wereld. Om vervolgens die sympathie af te breken, argwaan te kweken (wie is die Anton eigenlijk? Waarom geloof ik wat hij me vertelt?). Om zijn protagonist tot slot weer vertrouwen terug te laten winnen, in zijn klim terug naar (mede-)menselijkheid. En dat alles in een boek dat gaat over de aard van het houden van boeken. Kan het nog mooier?
Een veld in beweging
Deze twee boeken illustreren hoe mooi werk tot stand kan komen door een wederzijds vertrouwen tussen auteur/illustrator en publiek. Door er als maker op te vertrouwen dat een publiek uit vertrouwen het voorschot levert dat het werk mogelijk maakt.
En dat wekt vertrouwen in het hele wereldje van lezers, schrijvers en alle beestjes die daar tussen staan.
[…] bieden dan het standaard narratief-in-driehonderd-pagina’s. Zo las en schreef ik over de interessante Bestiaria Faeries of the Faultlines van Iris Compiet en De Wolffs Bestiarium van Martijn Adelmund, maar ook […]