De boekenbrandstof van 2019
Januari is hier. De maand van Janus, God die simultaan achterom en vooruit kijkt. (Een fysiologische afwijking getiteld ‘dubbelhoofdigheid’ maakt deze indrukwekkende prestatie mogelijk. Denk Voldemort op het achterhoofd van Krinkel). Een maand om kritisch naar het afgelopen jaar te kijken, en verwachtingsvol naar wat komen gaat. Ook TheWritingWouter gaat hierin mee, en zal zodoende deze maand twee blogs produceren: een terugblik op 2019 (middels de gelezen boeken) en een vooruitblik op 2020 (over de lopende projecten).
Dus… de boeken. Wie mijn soortgelijke blog van vorig jaar heeft gelezen, weet wat ik voor 2019 van plan was: meer literatuur, meer Nederlandstalig, meer out-of-the-box naast de traditionele, veilige en vertrouwde fantasy en historische fictie waar ik zo vaak voor kies. Daarnaast stelde ik mezelf als kwantitatief doel om ten minste 30 boeken te verorberen. Dat laatste is gelukt, met exact 30 boeken op de teller. Maar of ik me ook aan mijn andere doelstelling heb gehouden?
Zie hier, de boekenbrandstof van 2019!
The Lits
Ten eerste de literatuur. Uitstekend vermaakte ik mij dit jaar met Stevenson’s Dr. Jekyll and Mr. Hyde (en andere verhalen, waarvan met name Markheims vraagstuk over wroeging me raakte). Maar ook The War of the Worlds, The Wind in the Willows en The Adventures of Huckleberry Finn bleken stuk voor stuk vermakelijke verhalen. Die laatste twee gaven een (utopische) Britse respectievelijk Amerikaanse parallelblik op het eind van de 19e eeuw. De Stille Kracht van Couperus las ik als inspiratiebron voor een eigen schrijfproject (daarover in blog twee van deze maand meer) en gaf me eindelijk een excuus om weer eens wat Nederlandse literatuur te lezen.
Ambitie verboekt
Naast de klassiekers ben ik dit jaar met name in boeken gedoken met een interessante ‘hook’. Boeken en boekprojecten die iets méér wilde bieden dan het standaard narratief-in-driehonderd-pagina’s. Zo las en schreef ik over de interessante Bestiaria Faeries of the Faultlines van Iris Compiet en De Wolffs Bestiarium van Martijn Adelmund, maar ook het ambitieuze ruimtevaartproject De Zwijgende Aarde van uitgeverij Quasis, waarvan ik Revolte, Roest en Titanium reeds gelezen heb.
Horror, al dan niet Cosmic
Ik denk niet dat ik sinds groep 5, waarin ik de Griezelbus-boeken verslond, een jaar is geweest waarin ik meer horror heb gelezen dan nu. Het is – doorgaans – niet mijn genre, maar 2019 heeft me laten zien hoeveel ik er toch van kan genieten. Van Lovecraft in de Polder, waarin de ene na de andere Nederlandse auteur Ctulhu en aanverwanten het Hollands laagland in haalt. Van Echo, Oldeheuvelts opvolger van Hex en een superieur geschreven boek. Van The Terror, een bizarre en epische mix van horror en historische fictie. Van Kraken, Mieville’s urban nightmare die wellicht niet echt onder horror te scharen valt, maar waarin wel een Cosmic kijk op de Londense ‘onderwereld’ gegeven wordt. Conclusie: jep, kom maar door met die horror.
De Comfort Zone
Maar goed, ondanks al die voornemens over diversiteit heb ik me natuurlijk af en toe ook gewoon schuldig gemaakt aan lekker veilige, vertrouwde keuzes. Aan War of the Wolf van Cornwell, evenals van dezelfde schrijver Sharpe’s Trafalgar en Sharpe’s Prey. Aan Pratchetts Jingo en Gaimans Anansi Boys. Hmm… maar vijf veilige keuzes op de 30 boeken. Ik heb me ingehouden.
Other Reads
Tja, wat is er dan nog meer? Rianne Werrings De Toverfluit, een frisse mix tussen historische fictie en een (bewerking van) een bekende opera. Sprankels, een verhalenbundel van Marieke Frankema. Legenden uit de Liemers, Historische Verhalen III en EdgeZero 2018, verhalenbundels waaraan ik zelf heb bijgedragen. Maar ook ontdekte ik nieuwe auteurs, zoals de reeds genoemde Miéville, zoals K.J. Parker met zijn Sixteen ways to defend a walled city en het eerste deel van de Devices & Desires-reeks. Tim Powers met zijn Pirates-inspiratiebron On Stranger Tides. Ik luisterde (voor de verandering) eens naar mijn vrouw en las The Other Hand van Chris Cleave en The Help van Kathryn Stockett. Aanraders.
Oh, en ik las het Babybrein, om de ontluikende literator in ons huishouden beter te begrijpen 😉
Aldus de boekenbrandstof van 2019.
What’s next?
Natuurlijk stel ik mezelf in 2020 ook weer leesdoelen. Kwantitatief (30 boeken of meer) en kwalitatief (meer literatuur, ook buiten het Engelstalig gebied). Daarnaast wil ik afmaken waar ik aan begonnen ben: Tweeleed en IJsbrekers, deel 4 en 5 van De Zwijgende Aarde, staan zeker op het programma. Ook wil ik verzamelbundel 14 en 15 van Fables, een reeks die ik voor de tweede keer aan het lezen ben, op de kop tikken om de serie ten einde te brengen. Verder gaan meer Pratchett, Cornwell, Gaiman, Parker en Miéville er natuurlijk altijd in. Tot slot: ik zie wel wat er op mijn pad komt 🙂
Oh ja, en ik lees nu The Wanderers, Spinner’s soldier. Want ja, plannen en zo. Zie volgende blog 😉
[…] ik in mijn vorige blog aankondigde, zou ik deze maand twee stukken schrijven. De één, over wat ik in 2019 gelezen heb, […]