Zoals ik in mijn vorige blog aankondigde, zou ik deze maand twee stukken schrijven. De één, over wat ik in 2019 gelezen heb, kon je al langer lezen. Nu, aan het eind van de maand van Janus, een overzicht van wat ik dit jaar bekokstoof. Wat ga ik produceren, waar wil ik aan werken, waar kun je me tegenkomen (ook handige informatie om over te beschikken als je me wilt vermijden)? Je leest het hier.
De boeken
Laten we eens beginnen, zoals ik mijn schrijfcarrière begon, met boeken: 2019 is besteed aan knopen doorhakken en driftig doorpennen aan een eerste versie van een manuscript. Het uiteindelijk resultaat van wat ‘Lijst Mordecai’ gaat worden, zal nog even op zich laten wachten. Hopelijk kan ik eind 2020 met de rode pen door de eerste versie van deze historische fictie meets moderne politieke thriller. En kan ik in 2021, uiterlijk 2022, dit hybride bakbeest lanceren. En in de tussentijd? Nou, The Wanderers hebben in mijn gedachten ook niet stilgezeten.
Vijf jaar nadat we ze achterlieten – met herwonnen moreel kompas en klaar om de wereld te gaan redden – worden deze heren en dame eindelijk uit literaire limbo gehaald, klaar voor een nieuw avontuur.
Na twee weken schrijven en 10.000 woorden kan ik de lezers ervan verzekeren dat het een spannende rit gaat worden 😉
De verhalen?
Misschien herinner je je dat ik een zeer fabrieksmatige productie van korte verhalen op gang had weten te brengen, een aantal jaar geleden. Ik schreef voor drie verhalenwedstrijden, voor bundels, voor de Maand van de Geschiedenis. Al met al had ik genoeg munitie, en genoeg kwaliteit tussen die munitie, om de beste verhalen te bundelen in mijn anthologie Schemerwoorden. Ik ben nog steeds blij met deze bundel, en trots op deze bundel, maar vooral ook jaloers op die jongeman die zoveel ideeën in korte saldo’s woorden tot een narratief wist te vertalen.
De verhalenstroom is… vooruit, niet opgedroogd. Maar het is een kabbelend beekje waar het ooit een woeste waterval was. Natuurlijk moet je keuzes maken, en ik ben blij dat ik op dit moment het momentum heb om twee (lijvige) boekprojecten in de lucht te houden. Tegelijkertijd gebeurt er nog wel íéts op verhalengebied: een ijzingwekkend verhaal over doorgeslagen ideologie, voor een bundel over klimaatverandering (houd de posts van Johan Klein Haneveld in de gaten) en, toevallig, een toch niet onaardig romantisch (ja, romantisch. Ik.) verhaal dat ik voor een schrijfworkshop met mijn Nimisa-collega’s schreef. Of ik er iets mee ga doen? Geen idee. Maar het schrijven ervan gaf me plezier, en soms is dat al genoeg.

De festivals
Maar goed, tussen al dat produceren mag er ook wel wat gepromoot en gemarchandeerd worden. Dus vind je mij dit jaar ook weer op de grote festivals. In ieder geval Elfia Haarzuilens is al zeker, op 25 en 26 april. Verder plan ik om ook weer op een (opnieuw snikheet?) Castlefest te staan, om de Belgische markt op FACTS Gent te verkennen, en om het jaar weer winters en warmpjes af te sluiten in het badhuis of de tent op de Archeon Midwinter Fair. En dan zijn er nog zo’n honderd kleinere en grotere evenementen om uit te kiezen… ik houd jullie op de hoogte 😉
En andere plannen?
Tja, genoeg…. Een Choose-your-own-adventure meets board game meets modulair shared book reading. Wat? Ja, dat. En plannen voor een Nimisa-bordspel dat speelt met het idee van genre, en hoe de grenzen daartussen vervagen. En een plan voor een junioren-RPG (En dan bedoel ik écht junioren, met de kleine kruiper in mijn huishouden in gedachten).
Tja, zoveel ambities, zo weinig tijd. De vloek van de mens. En tegelijkertijd realiseer ik me dat dat beter is dan het tegenovergestelde.
Maar goed, genoeg over 2020 geleuterd. Nu tijd om het daadwerkelijk uit te voeren. Of om inspiratie op te doen en creatieve krachten te verzamelen, dat mag ook. Dus sluit ik deze blog af en kruip ik in een hoek met een boek. Of twee. Of drie 🙂
Schrijvend voorwaarts,
TheWritingWouter