Tweehonderdenzesenzestig pagina’s. Zestien verhalen. Dé beste fantasy, sciencefiction- en horror van Nederlandse komaf, gebundeld in één boek. En dan ook nog eens helemaal gratis te lezen! Te mooi om waar te zijn? Nee hoor, het is al vier jaar lang een traditie van EdgeZero.
Mike Jansen, (mede-)organisator van de wedstrijd en redacteur van de bundel, houdt er de volgende filosofie op na: als je een verhaal hebt gepubliceerd, of met een verhaal hebt meegedaan aan een verhalenwedstrijd, mag je na dat jaar dat verhaal inzenden naar de redactie van EdgeZero. Dat mag met één verhaal, twee verhalen of oneindig, afhankelijk van hoe productief je het afgelopen jaar geweest bent. Een vakkundige jury zorgt er vervolgens voor dat de beste verhalen naar boven drijven en zo de crème de la crème van de Nederlandse verbeeldingsliteratuur van het vorig jaar in één bundel verzameld raakt.
Een mooie gedachte, en een mooi initiatief om Nederlands genre – toch een ietwat ondergesneeuwd kindje binnen de literaire familie – aan een breder lezerspubliek aan te bieden. De afgelopen jaren heb ik heel wat parels gelezen in deze bundels, en tot mijn grote vreugde en trots sta ik nu zelf voor het tweede jaar op rij in de EdgeZero met één van mijn verhalen.
Maar maakt de bundel de belofte ‘beste Nederlandse genreverhalen’ waar?
Ik zou graag volmondig ‘ja’ willen antwoorden. Ik gun het de schrijvers, de lezers en andere spelers in het veld dat met EdgeZero steevast kwaliteit wordt geleverd. Toch was ik dit jaar – na ietwat uitgesmeerde lezing – niet overtuigd.
The Good
Natuurlijk zaten er mooie verhalen tussen. Tais Teng levert – alléén en in samenwerking nu eens met Roderick Leeuwenhart, dan weer met Jaap Boekestein – drie wonderlijke, fantasierijke verhalen af. Daarvan viel Een heerlijke dag (met een vloedlijn vol krijsende ondoden en een hemel vol sidderend noorderlicht) bij mij het meest in de smaak: een bizarre, bonte, post-apocalyptische setting, met strandjutters als protagonisten en oude, ontwaakte Goden die de hemelen sieren. Heerlijk.
Ook Django Mathijsen en Anaïd Haen laten in een tandemvertelling zien dat ze thuishoren in de bundel. Met name De Heeren van ‘s Gravenzande van Anaïd Haen bleef hangen, ook na tweede lezing. Het verhaal dat ze samen schreven, De opschoner, overtuigde echter minder. De premisse lijkt niet helemaal goed uitgewerkt, en de infodump op drie kwart van het verhaal is allerminst bekoorlijk. Zonde, want deze auteurs schrijven doorgaans – zoals ze elders in de bundel laten zien – beter.
Daarnaast kon ik genieten van de inzendingen van veteranen als Johan Klein Haneveld (De gele veeg) en collega-auteur Joost Uitdehaag (De minnaar van mevrouw Mellors). Goed geschreven verhalen die me verplaatsen naar een ander geestesbeeld. Het slot, tot slot, van de bundel, Mike Jansens Genesis Ei, bleek me ook bijzonder te bekoren. Méér nog dan bij de eerste lezing van dit verhaal, bijna een jaar eerder.
The ‘Meh’
Witruimte, Voordat je gaat slapen, Onder de Sterrenhemel en De Kathedraal van Radio Kootwijk waren allemaal van het kaliber leuk-tijdens-het-lezen-maar-daarna-denk-ik-er-geen-moment-meer-aan. Prima wellicht voor een periodieke uitgave, of als deel van een bundel van één auteur of over één thema, maar binnen de best-of-the-best-bundel EdgeZero? Afijn, toch heb ik niks tégen deze verhalen. Ze zijn onderhoudend geschreven.
And the Ugly
Dan komen we op twee verhalen waarvan ik absoluut niet vind dat ze in deze bundel hadden mogen staan: Je keek naar me is slecht uitgewerkte horror. Ik heb weinig met horror, maar genoeg om het te kunnen waarderen wanneer het werkt. Dit verhaal werkte niet. En Zwaard en de vrouw van de Vijftiende Keizer was te simplistisch, te over-the-top, om mij te kunnen bekoren. Het las als fan fiction van een of andere anime.
Over mijn eigen inzending, Voor het ongeluk geboren, doe ik als auteur natuurlijk geen uitspraken. Je kunt het zelf hier lezen en je mening vormen.
Een bundel met hits and misses dus. En dat gaat niet alleen over persoonlijke smaak, maar ook – in het geval van een verhaal als Je keek naar me – over verteltechnische tekortkomingen. Iets dat je niet verwacht in een bundel die het neusje van de (ziltpunk)-zalm probeert te presenteren. Hoe kon dit gebeuren? Hier volgt mijn theorie.
Vissen in krimpende vijver
Onze eerste factor: de vijver waaruit gevist wordt. EdgeZero bestaat alleen bij gratie van de verhalen die auteurs jaarlijks schrijven. En die schrijven ze voor de verhalenwedstrijden, voor publicaties. Dat werkte een aantal jaar aardig, door de relatief stabiele factoren als de Harland Awards, Fantastels en Trek Sagae. Maar in de afgelopen twee jaar zijn twee van die wedstrijden geheel gestaakt, en een derde is zichzelf in een moeizaam proces aan het herontdekken. Er zijn nieuwe initiatieven voor in de plaats gekomen – Waterloper, Huiveringen, etc. – maar die verlopen nog niet allemaal vlekkeloos. Het aanbod aan verhalen lijkt kleiner te zijn geworden. De vijver valt droog.
Daarnaast is de bundel bijna voor de helft gevuld met verhalen uit een ándere EdgeZero-uitgave, namelijk Lovecraft in de Polder, een bundel met Lovecraftiaanse verhalen die eind 2018 verscheen. De vijver valt niet alleen droog, het is alsof EdgeZero met een opblaaszwembadje in de vijver is gesprongen om een voorselectie te maken en andere vissen te verdringen.
En dat gebrek aan keuze viel te merken. In plaats van een selectieprocedure met longlist, shortlist en uiteindelijke bundelselectie, beperkt de jury van EdgeZero zich dit jaar tot de binaire keuze ‘wel of niet in de bundel’.
Het Kritisch(?) Apparaat
En daar komen we op factor twee: de vakkundige jury. Ieder jaar verzamelt Mike Jansen een aantal individuen – veelal bekende namen en ‘grootheden’ binnen het veld – om de inzendingen op verschillende criteria te beoordelen, en zodoende kaf van koren te scheiden. En hoewel de verhalen willekeurig – zo moge men aannemen – over de juryleden verdeeld worden, is er geen sprake van anonieme jurering. Dat is gezien de opzet van de wedstrijd ook niet haalbaar: het gaat immers om verhalen die – na publicatie of deelname aan een andere wedstrijd – door de auteur tot relatieve perfectie zijn gladgeschaafd. Het kan niet anders of de juryleden zullen verhalen herkennen uit eerdere tijdschriften – digitaal of analoog – of uit lijsten met wedstrijduitslagen.
En dus worden de verhalen met de naam van de auteur erbij gejureerd. Nou is anonieme jurering geen absolute vereiste voor objectiviteit en een kritische blik, maar…
…Mike Jansen selecteert de jury…
…en Mike Jansen doet ieder jaar met zo’n tien tot twintig verhalen mee aan de wedstrijd. (Of moet ik zeggen: zijn wedstrijd?)
Mike Jansen nam dit jaar maar liefst zeven posities in de top tien in.
Nu wil ik helemaal niet insinueren – laat staan glashard stellen – dat EdgeZero doorgestoken kaart is, Mike Jansen uit eigenbelang of de jury zonder integriteit handelt. Ik geloof dat Mike Jansen met de beste bedoelingen deze wedstrijd organiseert, dat hij – met de kleine caveat dat hij de publieksprijs niet kan winnen – zijn verhalen wil kunnen inzenden als iedere andere auteur, en dat de jury zo objectief mogelijk probeert te oordelen.
Een mogelijke oplossing
Toch is er iets scheefs aan een organisator die meedoet. Zeker als die organisator zelf de jury samenstelt. Het is nog wel begrijpelijk dat je als organisator voor je jury juist die mensen selecteert wiens mening over wat goede en wat slechte genreliteratuur behelst, aansluit bij jouw mening. Maar als jij diezelfde criteria als lezer, ook hanteert als schrijver, ontstaat vanzelf de situatie dat de jury jouw verhalen bij voorbaat zal waarderen. Dat Mike Jansen een oude rot in het vak is, niet onaardig schrijft (ook ik plaatste zijn verhaal in mijn top drie) en een ware hagelstorm aan verhalen inzendt, verzekert hem vervolgens van een plaatsing in de bundel.
Nou mag er van mij best een Mike Jansen-verhaal in de bundel, maar ik zou de volgende aanbeveling willen doen:
-kies een vaste jury, maar laat de juryleden niet meedingen in de wedstrijd.
-kies als organisator één eigen verhaal dat je graag als kop of staart in de bundel plaatst. Als premie voor het organiseren van in principe een fantastische wedstrijd.
Aldus mijn overwegingen. Nu rest mij nog het afwachten van de bekendmaking van de publieksprijs en, natuurlijk, verhalen schrijven voor editie 2019 😉
Schrijvend voorwaarts,
TheWritingWouter