Er wordt me weleens gevraagd wat mijn favoriete boek is. Vaak meent de steller van die vraag, wetende dat ik fantasy-auteur ben, het antwoord al te kennen. Lord of the Rings staat immers aan de basis van het fantasy-genre, nietwaar? Toch kan ik dit onbetwiste meesterwerk van professor Tolkien niet tot mijn favoriete boek bestempelen. Hoe graag ik de trilogie ook lees en herlees, toch is er één boek (en niet drie) waar ik maar naar terug blijf komen. Een boek over konijnen.
Een onwaarschijnlijk duister boek
In 1963 schreef Richard Adams een boek dat onwaarschijnlijk populair zou worden: in zijn Watership Down (Nederlands: Waterschapsheuvel) volgt de lezer de avonturen van een groep vrijgevochten konijnen in hun omzwervingen door het Britse platteland. De oorzaak van hun zwerftochten: een konijn genaamd Fiver heeft in een visioen gezien hoe hun kolonie door een menselijk bouwproject verwoest zal worden. De broer van dit helderziend konijn, genaamd Hazel, verzamelt alle konijnen die aan de oproep om te vertrekken gehoor willen geven. Tegen de wil van het opperkonijn in. Vanaf dat moment zijn ze konijnen zonder thuis, die moeten vluchten voor elil (roofdieren) en een nieuwe kolonie moeten stichten.
Op het eerste gezicht lijkt Watership Down wellicht een kinderboek. En hoewel Adams zijn debuutroman inderdaad voor jonge lezers schreef, maken de stijl, thematiek en de veelheid aan verwijzingen (daarover later meer) dat Watership Down veel geschikter is voor een volwassen publiek. Want wie meent dat een verhaal over konijntjes per definitie schattig is, heeft het mis: voor Adams’ langorige protagonisten is het dagelijks leven een worsteling tegen roofdieren, honger, ziekte en natuurlijk die grootste vijand van allemaal: de mens.
Mythologie en Ken je Klassiekers
Adams geeft zijn konijnenrelaas niet alleen een solide biologische basis – met details over het herkauwen (hraka), het verstijven uit angst (tharn gaan) en het in de baarmoeder kunnen vernietigen van embryo’s om overbevolking tegen te gaan – maar ook een mythologische achtergrond: voor konijnen is de zon, Frith, oppergod. Hij schiep alle dieren, maar strafte de prins der konijnen, El-Ahrairah, omdat die zijn voortplantende volk niet wilde beteugelen. Daarop gaf hij alle roofdieren (de eerder genoemde elil) wapenen en een wens om konijnen te doden, maar gaf hij het volk der konijnen een kans door het dier listig, vindingrijk en snel te maken. En daarmee werd voor konijnen het leven één grote overlevingsstrijd, waarbij alle zintuigen en vaardigheden moeten worden aangewend om de dood te snel af te zijn. Wie niet snel genoeg is, treft het Zwarte Konijn van Inleh, de konijnenvariant van Magere Hein.
Naast een konijnenmythologie en -lexicon te creëren, put Adams ook uit de klassieke literatuur: de tocht van een groep voortvluchtige konijnen uit een kolonie die verwoest zal worden, lijkt een hypothetische vlucht uit Troje. Wat als Aeneas eerder al was vertrokken, aangespoord door de waarschuwingen van Cassandra? Dat de konijnen op hun tocht vreemde konijnen (lotuseters?) treffen, een nieuwe ‘stad’ (Rome?) stichten en een wijfjesroof plegen op een andere kolonie (Sabijnse maagdenroof?) sterkt het beeld dat Adams uit de Ilias, Odyssee en Aeneis put voor zijn eigen epische verhaal.
En daar komen we op een centraal thema van Watership Down: leiderschap. Waar Homeros zijn helden juist krijgslust en moed (Achilles) of vindingrijkheid (Odysseus) toedicht, waar Vergilius’ Aeneas juist uitblinkt door plichtsgetrouw zelf zijn vijanden te lijf gaan, plaatst Adams een geheel andere eigenschap centraal voor leiderschap: Hazel wordt niet Hazel-rah (Opperkonijn Hazel) door zijn eigen schranderheid, snelheid, kracht of zelfs visioenen, maar doordat hij deze eigenschappen herkent en erkent in zijn volgelingen, en het juiste konijn op de juiste plaats in weet te zetten. Hiermee geeft Adams een moderner beeld van wat de “Homerische held” zou moeten inhouden, of het nu om een mens of een konijn gaat.
De Canon der Konijnen
Watership Down werd zeven keer afgewezen voordat Collings het aandurfde het manuscript te publiceren. Ondanks de wat vreemde premisse over een helderziend konijn werd het boek een succes, en Watership Down won meerdere prijzen. Al gauw werd het boek overgebracht naar Amerika en ook vertaald, eerst naar het Nederlands, daarna naar zeventien andere talen.
Dat het succes van Watership Down niet ééndaags was, blijkt uit de drie afzonderlijke verfilmingen: de eerste daarvan verscheen in 1978, in de vorm van een animatiefilm geregisseerd door Martin Rosen. Art Garfunkel droeg bij aan de soundtrack met zijn nummer ‘Bright Eyes’, maar wat verder veel mensen bijblijft van deze gruwelijke én fantastische bewerking is de indrukwekkend naargeestige ambiance en visuele horror die Rosen wist neer te zetten. Menig kind zal door deze film licht getraumatiseerd zijn. Ik genoot er als achtjarige met volle teugen van.
Daar hield het voor Martin Rosen niet mee op: van 1999 tot 2001 liep er een tekenfilmserie van Watership Down, eveneens van zijn hand, en met betrokkenheid van veel van dezelfde stemacteurs als in de eerdere film (waaronder John Hurt), maar meer gericht op de tere kinderziel. Vermakelijk, maar niet zo sterk en rauw als het (film-)origineel.
In de tussentijd won Watership Down op meer terreinen populariteit: op het toneel, op de radio en in muziek, maar ook in het rollenspel Bunnies & Burrows, een dierlijke variant op Dungeons & Dragons. Tot slot verscheen afgelopen jaar, bijna vijf jaar na de eerste aankondiging, een nieuwe geanimeerde serie van de BBC op Netflix: een vierdelig spektakel dat meer dan de oorspronkelijke film trouw blijft aan het boek, mede mogelijk door de lengte van de afleveringen. Grote namen uit Hollywood verleenden hun stem, zoals James McAvoy, Ben Kingsley en de voortreffelijke John Boyega als de koppige vechter Bigwig. Ik heb er afgelopen kerst naar gekeken, ervan genoten, maar Rosen’s interpretatie uit 1982 blijft mijn voorkeur hebben.
Voorlopig blijft Watership Down mijn favoriete boek. Ik werd er als achtjarige op verliefd, en op mijn achtentwintigste heeft geen enkel boek dit verhaal kunnen overtreffen. Sceptisch? Lees het boek zelf 😉